Masterclass bronnenkritiek: beeld & woord in vroegmoderne tijd

29/06/15

Heidi de Mare/ Aankondiging Huizinga Instituut

Hoe ga je om met historisch beeldmateriaal? Hoe divers historisch onderzoek ook is, velen krijgen met beelden te maken – zoals schilderij, architectuurtekening, embleem, geometrische figuur, medische prent, technisch ontwerp, kosmologisch wereldbeeld. De vraag is wat de rol van het beeld is als bron in het eigen onderzoek. In mijn eigen promotieonderzoek heb ik van historici geleerd hoe belangrijk bronnenkritiek is en die kennis heb ik ter harte genomen in mijn analyse van uiteenlopende soorten vroegmoderne beelden. Doel van deze masterclass is drieledig: a) gedisciplineerd te leren kijken naar historische beelden, b) kennis te nemen van het vroegmoderne denken over beelden en c) te reflecteren over de gangbare omgang met historische beelden in moderne vakgebieden (in termen van de kunstgeschiedenis, wetenschapsgeschiedenis, techniekgeschiedenis, historische letterkunde). 

De rol van het beeld in de (vroegmoderne) cultuurgeschiedenis

Opgeleid als kunsthistoricus en filmwetenschapper heb ik in mijn, in 2003 cum laude verdedigde proefschrift, een comparatief en epistemologisch onderzoek gedaan naar enerzijds de geschiedenis van het weten (met als bronnen o.a. het architectonisch denken van Simon Stevin en de kunst van het schilderen van Samuel van Hoogstraten, beide in de bredere context van het vroegmoderne denken in Europa). Anderzijds naar de grondslagen van de daarbij betrokken disciplines als kunst- en architectuurgeschiedenis, geschiedenistheorie en wetenschapsfilosofie.

Uit mijn onderzoek kwam naar voren, ten eerste dat in het vroegmoderne Europa een omvangrijke beeldkennis is ontwikkeld die in een rijk vocabulaire op begrip is gebracht. Het klassieke, natuurfilosofische kunstbegrip speelt daarin een bijzondere rol en is gekoppeld aan artisanale kennis (P.H. Smith, The Body of the Artisan, 2004) en aan een praktische natuurkennis die ten grondslag lag aan de wetenschappelijke revolutie in Europa (F. Cohen, De herschepping van de wereld. Het ontstaan van de moderne natuurwetenschap verklaard, 2007). Ten tweede dat er grote discrepanties bestaan in hoe wetenschappelijke disciplines omgaan met het beeld als historisch onderzoeksobject.

Gedisciplineerd kijken

Het ontsluiten van deze vroegmoderne erfenis, waarin het beeld als vorm van weten onderkend wordt, heeft de weg vrijgemaakt voor het onderzoek naar beeldformaties. Het historisch formalisme onderzoekt beeldreeksen die zich op formele gronden over langere tijd ontwikkelen en als sediment de cultuur blijven voeden, los van de interpretaties die er aan worden gehecht. Bovendien is het vroegmoderne onderzoek een vruchtbare methodische omweg gebleken om te reflecteren over het (historisch) beeld als onderzoeksobject in uiteenlopende wetenschappelijke disciplines. Meer precies, te reflecteren over het geschiedbegrip dat de kunstgeschiedenis hanteert en over het beeldbegrip dat in de historische wetenschap wordt gebruikt. Of waarom de naoorlogse kunstgeschiedenis Plato (en diens beeldvijandigheid) tot fundament heeft gemaakt van dit vakgebied.

Mogelijk vervolg

Ons rekenschap geven van de vroegmoderne beeldkennis als cultureel erfgoed heeft als implicatie dat zich ook nieuwe vergezichten kunnen aandienen waar het de actualiteit aangaat, door velen aangeduid als ‘beeldcultuur’. Er kan een systematisch onderbouwd denkraam worden ontwikkeld waarin het mogelijk is om vanuit het heden de historische constellaties op hun waarde te schatten én met historische kennis van zaken naar actuele, culturele ontwikkelingen te kijken. Inmiddels heb ik op diverse terreinen onderzoek gedaan naar het beeld als maatschappelijke verbeelding: in speelfilm en documentaire, persfotografie en televisiedrama. En steeds op terreinen van het moderne leven waarin beeld, brein en bestaan op elkaar zijn betrokken: existentiële zaken als gezondheid en ziekte (medische wetenschap), veiligheid en gezag (politie, de rechtsstaat), spiritualiteit en transcendentie (religie). Een systematisch en wetenschapshistorisch gefundeerd denkkader biedt een analytisch instrumentarium en een coherent vocabulaire om gestructureerd van gedachten te kunnen wisselen over uiteenlopende ‘beeldkwesties’, in het verleden, maar ook in het heden: de historische omweg is de methode om het beeld binnen de academische muren serieus te gaan bestuderen.