Maatschappelijke verbeelding

Hoe we tegen de wereld en onszelf aankijken, welke morele waarden we ontwikkelen en waar we gevoelig voor zijn heeft alles te maken met wat we benoemen als de ‘maatschappelijke verbeelding’ en die is altijd historisch gearticuleerd en ingebed.

Bouwstenen voor een historisch-analytische benadering

Gabriël van den Brink en Heidi de Mare

Verbeelding is dat wat mensen onderscheidt van dieren en ons boven de individuele situatie uittilt. Verbeelding is een vermogen dat het mogelijk maakt je iets voor te stellen buiten jezelf, je in te leven in andere mensen, je een voorstelling te maken van plekken waar je nooit bent geweest en gebeurtenissen die je niet zelf aan den lijve hebt meegemaakt. Verbeelding als verrijking dus. Tegelijk gaat de verbeelding ook met mensen aan de haal, is zij een brandstof voor complot-denken. Verbeelding kan hoop levend houden, maar ook angst voeden.

Verbeelding deel je doorgaans met anderen. Dat hebben we sinds mensenheugenis gedaan sinds de taal ontstond en we geschaard rond het kampvuur verhalen aan elkaar zijn gaan vertellen. Beeld en schrift gaven gestalte aan die verbeelding. In de loop van de geschiedenis zijn er vele vormen bij gekomen, vaak onder invloed van technieken die mensen in staat stellen hun verbeelding buiten de kleine groep te delen met steeds meer anderen. Daarmee is verbeelding in onze optiek altijd ook ‘maatschappelijk’: imaginatie wordt collectief gedeeld en is ingebed in historische contexten die mede het denkraam van groepen op een bepaald moment vormen. Maatschappelijk ook in de zin dat wat de verbeelding demonstreert, zich deels juist onttrekt aan het bewustzijn van individuen, en de verbeelding dus inzicht geeft in dat wat we, zonder dat wellicht te beseffen, met elkaar delen. Maatschappelijke verbeelding raakt dus aan ons geestelijk vermogen tot verbeelding, aan het vermogen gestileerde artefacten te maken waarin imaginaire werelden worden opgeroepen en die berusten op gedeelde waarden, en dat alles is steeds ingebed in de historische context.

In deze bijdrage willen we een eerste stap zetten met de ontleding van de complexiteit van de maatschappelijke verbeelding. Met als doel het bouwen van een denkkader, op te vatten als een denkmiddel, waarmee het mogelijk wordt op een navolgbare en controleerbare wijze te reflecteren over uiteenlopende gevallen van maatschappelijke verbeelding. In de onderhavige bijdrage richten we ons met name op visuele artefacten – voor het inzetten van ons instrumentarium, zie de bijdrage ‘HIGH NOON. Exemplum in termen van ons theoretisch kader’, elders in dit nummer. Dat laat onverlet dat er ook discursieve verbeelding bestaat – denk aan metaforen of beeldspraak – maar daar wordt al langer systematisch aandacht aan besteed.