Om in te Nemen. Over kunst en gezondheid

Leo van Bergen 02/08/13

In het trapgat van mijn huis hangen twee grote linosneden. Zwart-wit. Rauw. De een stelt het hoofd van een kapot oud-Grieks beeld voor (en dan ook nog eens een beeld van de Gorgo Medusa), de ander een gezichtsmismaakte uit de Grote Oorlog. Ze zijn fantastisch. Maar word ik er vrolijker van als ik ze zie? Nou nee. Voel ik me er beter door? Nou nee. Zou ik ze in de wachtkamer van, pak 'm beet, een kinderziekenhuis of een afdeling KNO neerhangen? Nou nee. Maar twijfel over hun artistieke gehalte is onmogelijk. Ze zijn fucking art en ik twijfel er geen seconde aan dat dat oordeel ook over een jaar of honderd nog geveld zal worden.1

Ik moest hieraan denken toen ik het boekwerk Om in te Nemen. De kunst van Gezondheid aan het lezen was. Dat boek behandelt een experiment waarin werd gepoogd de waarde van kunst te meten voor de gezondheid van zieken. Er werd daarbij geprobeerd het zo medisch-wetenschappelijk mogelijk te maken, dus met 'echte' kunst en met 'placebo'-kunst. De vraag is dan natuurlijk: wat is echte kunst? Want alleen als je die vraag hebt beantwoord kun je placebokunst definiëren. Een 'echte pil' is immers een pil met een bepaald bestanddeel waarvan wordt gehoopt dan wel verwacht dat het helend of zelfs genezend zal werken. Een placebopil is dan een pil die er precies eender uitziet als de echte, maar wel zonder dat ene bestanddeel. Als de patiëntengroep die de 'echte' pil te verstouwen krijgt er substantieel meer op vooruit gaat dan de vergelijkbare groep met de placebopil, wordt de werkzaamheid bewezen geacht. Is het effect gelijk, heeft het bestanddeel geen werkend effect althans niet meer dan de placebo ook heeft, dan is het middel nutteloos, tenminste voor deze aandoening. En als de groep met de placebo zich substantieel beter gaat voelen, dan werkt het bestanddeel ook, maar niet helemaal zoals gehoopt dan wel verwacht. Klinkt simpel (een hoop simpeler dan het is), maar vervang het woord 'pil' door 'kunst' en het moge duidelijk zijn dat het een nogal vreemd experiment wordt. Sterker: ik wist eigenlijk niet of het om een serieus project ging, om een grap, of dat het hele project zelf een kunstwerk moest voorstellen. Maar aangezien ik niet of nauwelijks heb gelachen (behalve dan als iemand weer eens bloedserieus over het aura van een kunstwerk ging praten, of bij sommige definities [daarover zo dadelijk]), concludeerde ik - toch niet helemaal van enig gevoel voor humor gespeend - dat het geen grap was. Ook als kunstwerk vond ik het maar matig geslaagd. Dus besloot ik dat het een serieus project moest zijn; dat ik het althans als een serieus project zou beschouwen en er dus ook mijn licht over zou laten schijnen alsof het een serieus project was. In die opvatting werd ik gesterkt door de fikse hoeveelheid statistieken en diagrammen en de bijdrages aan en kanttekeningen bij het project van allerlei eminente wetenschappers ('cum laude gepromoveerd!'). Die waren allemaal enthousiast, en als ze het niet waren, dan waren ze toch blij mee te hebben gedaan. Mocht het toch een grap zijn geweest: mijn excuses, maar zoals gezegd, dan was het geen beste.

Wat is nu dat probleem met kunst en placebokunst? Je moet dus een definitie van kunst hebben om placebokunst te kunnen afbakenen. En in die definitie moet in feite het op het gemoed van de mens 'werkzame bestanddeel' ingebakken zitten, anders kun je dat bestanddeel immers in de placebokunst niet weglaten. De oplettende lezer ziet hier overigens al een groot tweede probleem opdoemen en wel: kunst moet worden gezien, gehoord, gevoeld. Als je daar iets uithaalt, dan ziet het er ook anders uit, klinkt het anders, proeft het anders. Van een identiek werk kan in ieder geval geen sprake meer zijn, terwijl een placebopil dus in niets van de echte mag verschillen, tenminste niet op het oog, op het gehoor, op de smaak. Dit probleem is onoplosbaar - ook niet door een foto van het kunstwerk voor placebokunst door te laten gaan wat een der kunstenaars deed - en werd ook niet ontkend. Het zet echter wel het hele project finaal op losse schroeven.

Maar kunst moest wel worden gedefinieerd - zoals er ook van enkele andere definities moest worden uitgegaan -, anders doe je immers maar wat. Over de definitie van kunst - een definitie waar ik mij zelf nooit aan zal wagen, wat kunst bijvoorbeeld met oorlog gemeen heeft - zijn hele boeken volgeschreven en zelfs dan worden er vast en zeker nog een hoop over het hoofd gezien, zoals die van mijn moeder: 'Kunst is wat ik mooi vind.' Verrassend genoeg echter kwam de definitie waar men op uitkwam, hier behoorlijk mee overeen. Maar laat ik bij het begin beginnen.

Toen ik de eerste pagina las, kwam er al fikse wrevel in me opzetten. Ervaring leert dat die eerste indruk nog maar zelden wordt weggenomen, en dat was dus ook hier niet het geval. De initiator van het project was een tijd ziek geweest. Eerst had hij zich daartegen verzet, had die ziekte absoluut niet leuk gevonden, maar - ja, echt waar - 'een paar jaar later kan ik zeggen dat ik dankbaar ben dat ik niet meer de oude ben, dankbaar voor de bacterie die me ziek maakte, en zelfs dankbaar dat ik me destijds in de steek gelaten voelde door de gezondheidszorg.' We moesten niet meer vechten tegen onze ziekte, want dat was vechten tegen ons zelf en daar werden we alleen nog maar zieker door. We moesten ons bezig gaan houden met onze gezondheid en niet met onze ongezondheid, dan kregen we vanzelf weer meer energie. U begrijpt dat dit hem toch wel op enig wenkbrauwgefrons zal komen te staan van mensen met een ernstige chronische ziekte, van mensen die aan hun ziekte ver voor hun tijd zullen sterven en van al hun familieleden en vrienden. Iemand die zegt blij te zijn met zijn ziekte, weet volgens mij niet wat 'echte' ziekte is. De opzet van het boek - 'dat u zich terwijl u dit leest, beter zult gaan voelen' - heeft bij mij dan ook niet gewerkt, behalve dan op plaatsen waar het waarschijnlijk niet de bedoeling was.

De insteek van het project was dat was aangetoond dat prettige omgevingsfactoren een positieve uitwerking hebben op de gezondheid. Vraag was dan of kunst ook onderdeel van die factoren kon zijn, en dus ook of kunst dan een (nog) groter effect zou hebben dan placebokunst. Als dat zo was, dan had dat meteen een mooi effect op het zorgbudget en was in een moeite door het economische nut van kunst aangetoond. Hier ging dus al een streep door in ieder geval één mogelijke definitie van kunst en wel die van de puur individuele uiting van commentaar op maatschappelijke misstanden. Het utiliteitsdenken dat geleid heeft tot bezuinigingen op kunst werd immers niet geattaqueerd, maar omarmd. Het maakte me een beetje huivering voor de kunst die onderdeel zou worden van het project.

Vreemd genoeg werd vervolgens eerst stil gestaan bij een definitie van placebokunst, alsof de definitie van kunst daaruit voort moest komen en niet andersom. Maar goed. Na verschillende discussies werd die - ook nog eens 'algemeen aanvaarde' - definitie ... Hold on to your horses, fasten your seatbelts ... opkomend tromgeroffel...: 'iets dat zich voordoet als kunst, maar het niet is.' Tadaaaa! Geniaal, riep ik luid van binnen en die kreet zou zich nog menigmaal herhalen.

Een tweede vraag betrog de meetbaarheid van de werking van (placebo)kunst. Hoe meet je nou het effect van (placebo)kunst? Maar dit bleek helemaal niet zo'n probleem want uit diverse gesprekken met artsen bleek dat gezondheid net zo goed heel moeilijk te meten was. Ik zou dan zeggen: als je het effect wilt onderzoeken van het niet of nauwelijks meetbare ene ding op het niet of nauwelijks meetbare andere ding, kun je misschien beter iets anders gaan doen. Maar nee, men ging vrolijk voort en wel met het geven van een wel meetbare definitie van gezondheid. Wederom: hold on to your horses enzovoorts, culminerend in wederom een innerlijke juichkreet. Men kwam overeen dat 'vanuit wetenschappelijk oogpunt' (ook dat nog) de 'beste manier' om 'te achterhalen hoe gezond iemand zich voelt nog altijd' was 'om de betreffende persoon te vragen hoe deze zich voelt'. Wat werd ik toch wijs van dit boek. Maar het mooie was dat 'dus' (dus?) 'wellicht' (dus wellicht?) die 'individuele, zeer subjectief geachte beleving van kunst heel goed in verband gebracht [kon] worden met de al even subjectieve beleving van gezondheid'. De enige 'dus' die hierbij gezet kan worden is volgens mij dat kwakzalverij 'dus' volledig omarmd kan gaan worden.

Overigens veranderde enkele pagina's later de definitie van gezondheid plotsklaps, in die zin dat het eerste 'voelt' werd vervangen door 'is'. Het maakt het alleen nog maar treuriger. Alsof iedereen altijd precies zo gezond is als hij of zij zich voelt. Gezondheid, ongezondheid, genezing, ziekte: het is toch echt wel iets meer en ingewikkelder dan een slogan uit een boterreclame. 'Hoe voelt u zich?' 'Ik voel me prima dokter, veel beter dan vorige maand!' 'Da's mooi mevrouw, maar dat zal niet lang duren want uw gezwel is twee keer zo groot geworden en redding is niet meer mogelijk.'

Maar laten we verder gaan. Het leidde allemaal tot de doorwrochte onderzoeksvraag: 'Heeft kunst een positieve uitwerking op de gezondheid van mensen?' Wederom was hier de definitie van kunst - die dus nog steeds niet was gegeven - van belang. Dat bleek ook wel uit een vraaggesprek met een der meewerkende kunstenaars. Die hoopte inderdaad dat zijn kunst helend zou werken en om dat te bereiken (!) had hij geprobeerd de kleuren in zijn schilderijen 'een opwekkende en harmoniserende werking te geven'. Dat is wederom mooi, maar nog afgezien daarvan dat zijn schilderijen misschien wel helemaal geen kunst zijn, paste hij zijn kunst dus aan op het doel van het onderzoek. Dat bleek common practice. Er werd namelijk besloten dat de 'veronderstelde helende werking van een kunstwerk' afhankelijk was 'van de kunstenaar'. Die kon 'elementen aan een werk toevoegen, waarvan hij of zij veronderstelt dat ze een helende werking hebben'. Een placebo was daarmee een zoveel mogelijk op het kunstwerk gelijkend werk maar zonder die veronderstelde helende elementen. Wat een helend effect was, bepaalde de kunstenaar. Kunst was een werk mét het helende effect en placebo een werk zonder. Al werden er dan nog de woorden 'in eerste instantie' bij gezet, de logische conclusie was dus dat de definitie van kunst was dat de kunstenaar dat zelf bepaalde. Ik ben kunstenaar, dus wat ik maak is kunst tenzij ik vind dat het geen kunst is. Wat zit de wereld soms toch verheugend makkelijk in elkaar.

Wat bleek nu? Kleurrijke en positieve beelden - de werken dus die de door de kunstenaar als helend veronderstelde elementen bevatten en tot kunst waren bestempeld - werden hoger gewaardeerd, werden als gelukkiger makend gevoeld, dan de werken die dat niet hadden, de placebo's dus. Conclusie: echte kunst is beter voor de gezondheid dan placebokunst.

Dit althans is de conclusie die onder de grote kop 'Conclusie' aan ons wordt voorgeschoteld, evenals: 'mensen herkennen kunst als kunst, ongeacht hun sociaal-culturele en demografische achtergrond', en zij bleken 'kunstwerken met een veronderstelde helende werking' te verkiezen 'boven placebokunstwerken zonder deze veronderstelde helende werking'. En mensen die zelf kunst maakten (met wie zo'n beetje iedereen werd bedoeld die wel eens een blokfluit of potlood in de handen bleek te houden) waardeerden de kunst nog meer dan mensen die alleen met een goede krat bier bij de hand voor de buis hingen of hun tijd op het sportveld verdeden. Overigens werd een placebokunstwerk aan de muur wel meer gewaardeerd dan een kale muur. Goh, hoe verrassend. Quod non.

Dat hierna allerlei doorwrochte onderzoeken met wetenschappelijke twijfels en vraagtekens en moeilijke woorden als 'significant', 'evidence based' en 'statistisch verband' toch weer beetje voor beetje van deze conclusies het een en ander afknabbelden - met name die van de waarde van kunst boven placebokunst - doet niet ter zake, want wie leest die nou?

Dat bleek ook wel uit het slotwoord van een zieke kunstenaar, die als patiënt aan het project had deelgenomen. Er was volgens haar nu wetenschappelijk bewezen dat kunst nut had en zij besloot prompt om nooit meer Painthings (zie Medusa en de gezichtsmismaakte) te maken. Kunst heeft alleen 'nut' als het de mensen vrolijk maakt. Kijk, dat stemt mij nou diep triest. Maar wat nu als de kunst treurig stemt? Dan zou de placebo vrolijk moeten stemmen. Typerend genoeg werd een als echte kunst bedoeld werk in zwart-wit uit het project verwijderd, want het stemde maar triest. De placebo van de Gorgo zou een olijk meisje met vrolijke krullen moeten zijn en het liefst met een kleurig bosje bloemen in de hand. Nog eerder totale kitsch dan placebokunst, laat staan 'echte' kunst, maar ik weet wel welke van de twee op de goegemeente een gezonder makend, of beter: een gezonder voelend effect zou hebben. Als we het even naar de muziek vertalen: een walsje gespeeld door André Rieu zal door de grote gemene deler van het Nederlandse volk als prettiger worden ervaren dan, pak 'm beet, Olivier Messiaens Quator pour la fin du temps, terwijl het toch echt dat laatste werk is dat 'kunst' moet worden genoemd en het eerste... Laat ik zwijgen.

Laten we nu tot slot het hele project even samenvatten. Er werd van uitgegaan dat kunst een schilderij is met vrolijke kleurtjes en veel natuur, want die hebben een helende werking. Placebokunst moest dat dus ontberen. Niet vreemd dus dat de onderzoeksvraag - althans in de conclusie - met een volmondig 'ja' werd beantwoord, want het is gewoon een schoolvoorbeeld van een self-fulfilling prophecy. Maar het betekent ook dat het er gewoon op neerkomt dat patiënten het leuk vinden, zich beter voelen -en volgens de ridicule definitie dus ook beter zijn -, als het een beetje gezellig is in de wachtkamer of in de ziekenzaal. Als er, met andere woorden, wat kleurige tekeningen aan de muur hangen, als er wat 'bloem en groen' te zien valt. (Vogelgeluidjes werden ook meer gewaardeerd dan muziek!) Dat is helemaal prima en absoluut niks op tegen. Integendeel zelfs (behalve als ik op die zaal zou liggen, maar dat ligt helemaal aan mijzelf.) Maar ten eerste was dat allemaal al lang en breed bekend en ten tweede heeft het met kunst - toch echt iets anders dan een vrolijk stemmend schilderijtje - niks, nada, niente, noppes en nul komma nul te maken.

Leo van Bergen

medisch historicus

Om in te nemen. De kunst van gezondheid , zonder plaats 2013

pp. 175

ISBN: 978-90-816017-2-6

verkrijgbaar via beter@egbg.nl

Comments (0)



Allowed tags: <b><i><br>Add a new comment: