Politieke comfort zone?
De meeste mensen weten goed waar ze zich politiek op hun gemak voelen. Hoewel links en rechts nauwelijks nog zinvolle categorieën zijn in het steeds verder versplinterende politieke landschap, duiden deze termen toch in grote lijnen aan waar je ongeveer staat als het gaat om hoe je aankijkt tegen maatschappelijke problemen en existentiële kwesties.
Dan kijken we
nog maar eens!
Hetzelfde geldt voor de kranten en weekbladen die we lezen, omdat we gevoed willen worden, maar vaak ook gesterkt in onze mening over de stand van zaken in de wereld. De journalistieke wereld toont eenzelfde spreiding, met voor alle (politieke) gezindten wat wils. De Groene Amsterdammer staat voor links en multicultureel, de HP/De Tijd voor rechts en anti-multicultureel. Althans, zo was het lange tijd.
De eerste indruk is doorslaggevend. Dat geldt ook voor de omslag van een weekblad dat het vaak moet hebben van de losse verkoop. Een beeld waar het oog aan blijft haken is dus cruciaal: het vergroot de kans dat het betreffende nummer wordt gekocht. Daarom werd ik indertijd getroffen door enkele omslagen waarop gerefereerd werd aan moslims en de islam. Mijn eerste indruk was dat op heel verschillende manieren werd gecommuniceerd: de visuele retorica verschilde op een fundamentele manier. Dat had, vond ik, ook politieke consequenties. Of beter, consequenties voor hoe 'links' en 'rechts' omgingen met maatschappelijk precaire dossiers. De vraag was waar dat 'm in zat en of ik dat in de respectievelijke omslagen kan aanwijzen.
Vergelijkenderwijs
De omslagen dateren uit eind 2009, begin 2010. Ze bestaan in beide gevallen uit beeld (in kleur) en een tekst, en tonen een boerka [1] en een reeks van 120 kleurige pasfoto's van jonge mensen, mannen en vrouwen [2]. De boerka staat in Nederland op dat moment al jaren ter discussie, sinds Wilders in 2005 het boerkaverbod aan de orde stelde. In 2009 stelt hij voor belasting te heffen op het dragen van gezicht bedekkende kleding (de 'kopvoddentaks'), een belasting die waarschijnlijk een relatief kleine groep treft. De boerka staat met name voor de positie van de vrouw. Daarmee roept de boerka ook bij feministen weerstand op als teken van vrouwenonderdrukking. Twee politiek tegengestelde interpretaties dus, die beide tegen de boerka zijn, maar op heel verschillende (politieke) gronden.
We kennen het kledingstuk uit persfoto's, vaak uit Afghanistan, meestal blauw, maar ook groen [1] of zwart (Irak). Wat de boerka in ieder geval níet toont, is de moslim(a) die er onder zit: dat blijft een geheimzinnig, abstract figuur waarover dus enkel in voorgaande betekenissen gespeculeerd kan worden. Vergeleken daarmee is de verzameling met ernstig kijkende, maar ook redelijk wat lachende gezichten concreet en gedetailleerd [2]. We kijken deze jonge mensen in het gezicht, met huidskleur in verschillende tinten en een enkeling (deels) getooid met een hoofddoek (7 van de 38 vrouwen). Ongetwijfeld een willekeurige selectie die niet representatief is, maar wel een verzameling die recht doet aan de diversiteit in deze groep.
'De' Marokkaan?
Want het gaat in dit laatste geval om Marokkanen - aldus de vetgeel gedrukte titel [2]. De meeste mensen in Nederland hebben nog nooit zoveel Marokkanen bij elkaar gezien en waarschijnlijk ook nooit stil gestaan bij al die verschillende individuen die achter 'de Marokkanen' schuil gaan. Bovendien is die visuele variatie voorzien van een titel die ongebruikelijk is: het zijn Marokkanen die succes hebben in Nederland, daarvan is deze groep de representant. Misschien zijn het er wel meer, wat stimuleert eens beter om ons heen te kijken als het over Marokkanen gaat, en niet de makkelijke afslag te nemen door de Marokkanen als groep weg te zetten - hoewel het waar is dat Marokkaanse jongens procentueel een flink aandeel hebben in de grootstedelijke criminaliteit. Vergeleken daarmee is de boodschap 'Niets om bang voor te zijn' [1] nogal dubbelzinnig. Enerzijds is het waar dat we geen persoon zien. Anderzijds ligt de klemtoon in deze uitdrukking elders, meer in de ironische trant van: "Gaat u maar lekker slapen, wij zorgen wel voor u, er is niets aan de hand." Die dubbelzinnigheid wordt ook nog eens bevestigd door de ondertitel, want die zegt dat er wél iets dramatisch aan het gebeuren is, namelijk: 'De islamisering van Europa'. We hebben kennelijk wel degelijk iets om bang voor te zijn, is de suggestie. Voor we het weten, worden vrouwen in Europa weer onderdrukt en onzichtbaar gemaakt - zie de boerka. Dus wat bewerkstelligen beeld en tekst nu eigenlijk in deze twee voorbeelden?
Oude of nieuwe verbeelding?
Daar waar de omslag van de HP/De Tijd nieuwsgierig maakt naar die Marokkanen, waar ze wonen, wat ze doen en hoe ze in het leven staan, kortom waaruit hun succes in Nederland bestaat, bevestigt de omslag van De Groene wat al bekend is: de islam blijft abstract en politiek beladen, de boerka is een teken van vrouwenonderdrukking of -emancipatie, en de angst voor al die vaagheden wordt ironisch bezworen. Twee manieren dus om met deze onduidelijke situatie om te gaan, eropuit trekken en ontdekken hoe het zit [2] dan wel met oogkleppen op herhalen wat je overtuiging is [1]. Het ontrafelen van de gemengde gevoelens die beide omslagen samen opriepen - bij mij althans - door de omslagen gedisciplineerd te bekijken en te vergelijken, maakt het in elk geval mogelijk de geëngageerde, angstige en vermijdende houding van de één [1] en de zakelijke, moedige en ondernemende houding van de ander [2] te kunnen onderscheiden. Dat betekent ook dat links en rechts opeens iets anders gaan betekenen.
U kunt zelf de proef op de som nemen. Wat zijn uw eerste associaties bij twee andere omslagen van beide weekbladen [3] en [4] in het licht van bovenstaande? Of bekijk de omslagen die zijn verzameld in de bijbehorende beeldformatie!