Van het beeld in je hoofd naar beleid voor de burger

Gemeenten proberen burgers een omgeving te bieden waar zij een goed leven kunnen leiden. Goed staat hier voor: veilig, kansrijk en schoon. En als het even kan voor: mooi. De vraag is welke rol beelden spelen bij het streven van een overheid om het beste uit mensen en hun omgeving te halen. Dat is een belangrijke vraag, omdat je die beelden kunt beschouwen als de visualisering van onze verwachtingspatronen. Oftewel: wat zien we vóór ons?

Joost Pollmann 30/04/13

Nog niet zo lang geleden dachten we bij ‘beelden’ aan standbeelden van brons
of marmer. Tegenwoordig zit ons mobieltje vol beelden. Er zijn televisiebeelden, krantenfoto’s, reclameposters, kunstwerken in de openbare ruimte, er is een modebeeld, er is het straatbeeld, er kan een negatief beeld bestaan, bijvoorbeeld van zwendelende sporters. Er komt de hele dag door beeld op ons af, gevuld met codes en informatie die wij – al dan niet bewust – duiden.

Het symposium Bewegende Beelden heeft duidelijk gemaakt dat beelden (plaatjes, geen praatjes) makkelijk emoties losmaken, doordat mensen beginnen te associëren zodra ze beelden zien. Voor korte workshops – hersenspoelingen-in-een-notedop – is beeld dus zeer nuttig, omdat een coach/consultant er snel resultaat mee boekt. Nadeel is dat het erg instant is en zonder follow-up misschien wel inhoudloos. Beelden maken gevoelens los bij beleidsmakers, maar ook bij de burgers. Dus is het wijs om na te gaan hoezeer die beelden compatibel zijn; het gaat immers om verwachtingspatronen.
Je kunt onderscheid maken tussen het esthetische beeld (kunst & cultuur),

het informatieve beeld (bijvoorbeeld in infographics) en het instrumentele
beeld (door beleidsmakers gebruikt om mensen iets te laten doen, zoals een
reorganisatie accepteren). Een volgende editie van Bewegende Beelden zou
diepte kunnen toevoegen door aandacht te besteden aan dit onderscheid, juist
omdat beeld met zijn emotionele waarde makkelijk manipulatief kan worden.
Of misverstanden doet ontstaan.

Van het beeld in je hoofd naar beleid voor de burger: dat lijkt mij de kern
van de zaak. Hoe gebruiken lokale overheden beeld en wat bevat dat beeld aan associaties? Communiceren hun beelden een utopie: zo willen wij dat de wereld eruitziet? Bevatten ze een negatieve boodschap: burgers begrijpen
het niet, dus wij leggen het nog een keer uit? Of echoën ze het beleid van de rijksoverheid: Postbus 51 op stedelijke schaal?

Het is interessant om te analyseren welke beelden in het hoofd zitten van
de mensen die onze dagelijkse omgeving inrichten. Waar halen zij hun visuele
informatie vandaan en hoe vertalen zij die beelden naar beleid?
Wij willen
aan ambtenaren vragen: hoe ziet u zichzelf? Hoe zit u de wereld? En wat betekent dat voor ons? Om antwoord te kunnen geven op die vragen, moet een mens weten wat hij of zij ziet.